Financiële samenvatting

Rekeningresultaat 2018
Het jaar 2018 is afgesloten met een positief resultaat van € 435.278.

(bedragen x € 1.000)

Begroting na wijziging

Rekening 2018

Verschil

Lasten

Baten

Saldo

Lasten

Baten

Saldo

Lasten

Baten

Saldo

Burger, bestuur en veiligheid

5.703

-671

5.032

5.793

-643

5.150

91

27

118

Ontwikkeling en economie

6.672

-4.741

1.931

6.061

-4.681

1.380

-611

60

-551

Beheer en duurzaamheid

13.403

-8.153

5.251

13.276

-8.709

4.567

-127

-557

-684

Zorg, jeugd en onderwijs

24.103

-1.196

22.908

24.092

-1.342

22.751

-11

-146

-157

Werk en inkomen

22.055

-12.470

9.585

21.556

-12.180

9.376

-499

290

-209

Sport en cultuur

4.504

-919

3.584

4.523

-909

3.614

20

10

30

Middelen

3.443

-58.526

-55.083

3.797

-58.868

-55.071

354

-342

12

Overhead

10.376

-36

10.340

10.740

-73

10.667

364

-37

327

Saldo baten en lasten

90.260

-86.712

3.548

89.840

-87.406

2.434

-419

-694

-1.114

Reservemutaties

5.067

-8.141

-3.075

5.054

-7.924

-2.870

-13

218

205

Totaal gerealiseerd resultaat

95.326

-94.853

473

94.894

-95.330

-435

-432

-476

-909

Analyse jaarrekeningresultaat op hoofdlijnen
De primaire begroting 2018 is, samen met de oktoberbrief als eerste begrotingswijziging, door de raad vastgesteld. De planning- en controlcyclus is zo ingericht dat jaarlijks driemaal kritisch de budgetontwikkelingen worden beoordeeld en gemonitord. Dit word gedaan bij de eerste bestuursrapportage over de maanden januari tot en met april, de tweede bestuursrapportage over de maanden mei tot en met augustus en ten slotte met het eindejaarsbericht. Deze rapportages zijn, voorzien van het bijbehorende voorstel tot aanpassing van de begroting (begrotingswijziging), ter vaststelling aan de raad aangeboden.

Na verwerking van de laatste begrotingswijzigingen 2018 was er sprake van een begroot rekeningresultaat van € 473.000 negatief. Het uiteindelijke jaarrekeningresultaat 2018 bedraagt € 435.000 positief. Dit is € 909.000 positiever dan bij het eindejaarsbericht.

Hieronder treft u een overzicht van de belangrijkste verschillen die ten opzichte van de laatste rapportage zijn ontstaan. Verschillen in apparaatslasten die zijn benoemd op de diverse programma's zijn niet in onderstaand overzicht opgenomen. De extra inzet op het ene programma wordt gecompenseerd door lagere inzet op andere taakvelden. Een nadere toelichting op de realisatie met betrekking tot de totale personele lasten en inhuur is opgenomen in de paragraaf bedrijfsvoering.

(bedragen x € 1.000)

Onderwerp

Bedrag

Voordeel (V)

Incidenteel (I)

Nadeel (N)

Structureel (S)

Voor de uitvoering van de rehabilitatie Marelplein was een bedrag beschikbaar in de reserve Wegen van € 650.000. Vanwege de nieuwe BBV-wetgeving is het echter verplicht de kosten te activeren en gedurende de gebruiksduur af te schrijven. Dit leidt tot een eenmalig voordeel

-650

V

I

Vanwege prijsstijgingen in voornamelijk restafval en grofvuil was er een aanzienlijke overschrijding op de afvoer- en stortkosten

191

N

S

Hogere onttrekking voorziening afvalinzameling als gevolg van hogere kosten

-413

V

I

Extra inhuur in verband met de extreme droogte, het hoge ziekteverzuim en het extra werk vanwege de inhaalslag op het beheer en onderhoud van het openbaar groen.

150

N

I

De kosten voor uitbesteed werk zijn hoger door o.a. een nadeel op de kosten voor grasmaaien, slootkanten en incidenteel baggerwerk in de watergangen.

140

N

I

Lagere onderhoudslasten kademuren en voorzieningen haven

-106

V

I

Niet geraamde kosten bovenformatieven en incidentele last als gevolg van verwerking personele verplichting.

167

N

I

Hogere algemene uitkering

-246

V

I

Meer inkomsten bouwleges

-119

V

I

Lagere doorbelasting uren en overhead investeringen en grondexploitaties

72

N

I

Overige verschillen

-95

V

I

Totaal

-909

V

Per programma is een uitvoerige analyse en toelichting beschikbaar. Deze is te vinden bij de verschillende programma's onder het onderdeel 'analyse saldo per programma'.

Vermogensmutaties
Naast bovengenoemde verschillen zijn er ook reservemutaties die afwijken van de ramingen. Per saldo wordt er € 2,9 miljoen aan de reserves onttrokken. Dit is € 0,2 miljoen minder dan geraamd en wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  1. Lagere onttrekkingen uit de reserve Wmo en jeugd omdat bepaalde kosten niet zoals verwacht in 2018 zijn gemaakt (€ 175.000), een hogere onttrekking voor Wmo en jeugd (€ 139.000) en lagere kosten onderwijsachterstandenbeleid (€ 115.000).
  2. Hogere storting in de reserve Wmo en jeugd door storten van restant budget GIDS-middelen.
  3. Storting van het resultaat hosting (€ 13.250) in de reserve bedrijfsvoering hosting.
  4. Niet geraamde onttrekkingen van investeringssubsidies LED sportveldverlichting voor VDL/Be Quick (€ 14.708) uit de reserve VVSV (ADV-05452).
  5. Lagere onttrekking uit de reserve Onderwijshuisvesting (€ 2.655) door lagere kosten voor onderzoek doordecentralisatie onderwijshuisvesting.

In het Eindejaarsbericht is in het kader van de rechtmatigheid het principebesluit genomen om reservemutaties als gevolg van exploitatieresultaten te mogen verwerken in de jaarrekening.
Deze mutaties zijn budgetneutraal en konden niet eerder worden gemeld.

De balans
De gecomprimeerde balans per ultimo 2017 en 2018 ziet er als volgt uit:

(bedragen x € 1.000)

Gecomprimeerde balans

31-12-2017

31-12-2018

Activa

Vaste activa

87.919

93.144

Vlottende activa

22.952

23.725

Totaal activa

110.871

116.869

Passiva

Algemene reserve

22.708

24.603

Bestemmingsreserves

13.344

7.777

Resultaat na bestemming

-803

435

Voorzieningen

5.850

7.862

Vaste schulden

54.533

59.791

Vlottende schulden

15.239

16.401

Totaal passiva

110.871

116.869

Ontwikkeling algemene reserve en weerstandsvermogen
De algemene reserve neemt per saldo toe met € 1,9 miljoen. De toename wordt voor het grootste gedeelte veroorzaakt door een overhevelingen vanuit de reserve wegen (€ 3,1 miljoen). Er wordt structureel € 0,8 miljoen gestort. Deze middelen worden aangewend ter dekking van de kapitaallasten van de investeringen met maatschappelijk nut. Daarnaast zijn er onttrekkingen gedaan van in totaal € 2 miljoen voor het verhogen van de voorzienbare tekorten en het negatieve resultaat 2017.

Het weerstandsvermogen is ruim voldoende. Dit betekent dat de financiële buffers van de gemeente voldoende zijn om financiële tegenvallers het hoofd te kunnen bieden.

Bestemming rekeningresultaat
Het rekeningresultaat bedraagt € 435.278 positief.

Voorgesteld wordt om dit resultaat als volgt te bestemmen:

Nog te bestemmen rekeningresultaat

-435.278

V

Storting algemene reserve: dekking kapitaallasten Marelplein

650.000

N

Storting nieuw te vormen reserve premie Werkloosheidswet

10.478

N

Storting reserve overlopende posten: ter dekking van de korting op de algemene uitkering als gevolg van de onderuitputting op de rijksbegroting 2018

200.000

N

Resultaat na bestemming rekeningresultaat

425.200

N

Na bovengenoemde resultaatbestemmingen resteert een negatief saldo van € 0,4 miljoen. Dit tekort wordt onttrokken aan de algemene reserve.

Storting algemene reserve: Marelplein
Voor de uitvoering van de werkzaamheden aan het Marelplein was een bedrag gereserveerd in de reserve Wegen van € 650.000. Vanwege de nieuwe regels van het Besluit Begroting en Verantwoording is het niet meer toegestaan om de lasten van investeringen met maatschappelijk nut in de exploitatie te verantwoorden. De lasten van deze investeringen dienen op de balans te worden verantwoord en jaarlijks te worden afgeschreven. Doordat de lasten van de investering niet meer op de exploitatie worden verantwoord, ontstaat er door de onttrekking uit de reserve wegen een overschot van € 650.000. Via het voorstel resultaatbestemming wordt voorgesteld dit bedrag in de algemene reserve te storten ter dekking van de toekomstige kapitaalslasten. Dit is conform de gedragslijn die is toegepast bij de andere investeringen maatschappelijk nut.

Storting reserve premie Werkloosheidswet (nieuwe reserve)
In het cao-akkoord 2016-2017 is afgesproken om de versobering van de WW te repareren. Voor de bekostiging van de reparatie-uitkering wordt met ingang van 1 januari 2018 een premie van 0,1% ingehouden op het salaris van de werknemer. De werkgever dient deze premie te reserveren, zodat rechthebbende via de werkgever aanspraak kan maken op de reparatie-uitkering. Om een eventuele reparatie-uitkering te kunnen bekostigen wordt voorgesteld de inhoudingen in 2018 van € 10.478 te storten in een nieuw te vormen reserve premie Werkloosheidswet (WW).

Storting reserve overlopende posten: nog te verrekenen nadeel algemene uitkering
Gemeenten dienen in de jaarrekening de algemene uitkering op te nemen op basis van de laatst gepubliceerde accresmededeling in de septembercirculaire 2018. Uit recente informatie van onder andere het Centraal Planbureau blijkt dat de werkelijke uitgaven van het Rijk in 2018 fors achterblijven bij de begroting. Aangezien de definitieve hoogte van de gemeentefondsuitkering afhankelijk is van de hoogte van de rijksuitgaven (trap op-trap afsystematiek) zal dit nog leiden tot een verlaging van het accres 2018. Deze verlaging zal door het Rijk worden verrekend met de algemene uitkering in 2019. Gebaseerd op de cijfers uit de Najaarsnota van het Rijk wordt deze korting geraamd op € 200.000. Voorgesteld wordt om dit nadeel mee te nemen in de resultaatbestemming 2018.

ga terug